Ik deed mee aan een workshop. De opdracht was eigenlijk heel simpel: maak met de mensen met wie je op dit moment aan tafel zit een projectplan waarvoor je een ton subsidie hebt gekregen. Dit is een soort loterijsituatie, je krijgt geld zonder er iets voor te moeten doen (zoals een ellenlang, vreselijk formulier invullen) en je mag dit naar eigen inzicht besteden. We jubelden inwendig en gingen er eens goed voor zitten. Wat zouden we willen bereiken? Altijd beginnen met de waaromvraag. Daar waren we het eigenlijk best snel over eens. Met vier mensen met een beperking aan de tafel werd dat de volgende formulering: dat je ondanks je beperking als mens wordt gezien en in de maatschappij kan functioneren naar eigen inzicht. Dat laatste is cruciaal, dat gaat nadrukkelijk niet om het inzicht van de toevallig bij jouw casus betrokken ambtenaar.
Van de waarom gingen we brainstormend naar de hoe: iedereen heeft toegang tot het voor diens situatie passende hulpmiddel, ook als dit erg innovatief en duur is. De volgende vraag is hoe je dit kan bereiken. De crux is onze verhalen zit ‘m namelijk in de bureaucratie en de benadering van ambtenaren en andere uitvoeringsinstanties met als centrale thema ‘gehandicapten kosten geld en het liefst zo min mogelijk’. We moeten deze ambtenaren er van bewust maken dat het hebben van een beperking iets is dat je overkomt en hoeveel moeite het kost om weer enigszins mee te mogen doen in de maatschappij. En hoe maak je ze dan bewust? De ton gaat naar de ontwikkeling van het volgende plan.
Wij hebben een ‘Daily Participation Escaperoom’ bedacht, waar ambtenaren en anderen belast met het verstrekken van hulpmiddelen minimaal één keer per jaar aan mee moeten doen. Ze komen nietsvermoedend tijdens, laten we zeggen, hun bedrijfsuitje aan bij een nog nader te bepalen locatie. Vol enthousiasme beginnen ze in de eerste ruimte aan hun opdracht. ‘Je moet boodschappen doen, maar je kan niet lopen.’ Uiteraard hebben ze niet de beschikking over een Jumbo- of Appie-app vanwege de wachttijden aldaar. Ter beschikking hebben ze een transportrolstoelgevaarte (gratis verstrekt door de zorgverzekeraar) en tot hun verbijstering moeten ze een parcours afleggen vergeleken met een parcours van de gemiddelde gemeente inclusief stoepen, boomwortels, verkeerd geparkeerde auto’s of fietsen en ten slotte de vuilcontainer (het is immers ophaaldag).
Tot hun frustratie moeten ze vervolgens een rolstoel aanvragen bij de gemeente, waarmee ze hopelijk wel bij de supermarkt kunnen komen. We laten ze dit hele proces ervaren en oplossen om vervolgens een rolstoel te verstrekken zoals die vaak in depots wordt gevonden: het afdankertje.
Wanneer het eindelijk is gelukt om boodschappen te doen, komen ze in de volgende ruimte. Daar wordt hen gevraagd om naar het werk te gaan en daarna een bezoek af te leggen voor een standaard controle in het ziekenhuis. (Volgens de wet kan dit namelijk helemaal niet, werk en dagelijks leven zijn volstrekt gescheiden pijlers binnen het gehandicaptenleven.) Dit wordt een ware Uitdaging, denk alleen al aan het vervoer dat je nodig hebt wanneer je slechtziend of slecht ter been bent.
Uiteindelijk komen de ambtenaren murw en verbijsterd weer naar buiten struikelen om vervolgens daags na dit uitje alle gehandicapten in hun dossier huilend van schaamte op te bellen om te vragen wat ze nodig hebben.
Comments