Soms heb je in Nederland-zorgland iemand nodig die naast je komt staan of beter nog, voor je. Met een speer, zwaard of ander strijdlustig voorwerp om de bureaucratie te beslechten. In dit geval werkte een spoedlijst.
Mijn lief wilde graag van ziekenhuis wisselen, een wat dichterbij. En wie weet wat een nieuw gezichtspunt zou kunnen brengen voor hem. Daar is een verwijsbrief voor nodig. Dus hij belde vol goede moed het ziekenhuis waar hij onder behandeling is. De arts was voor drie weken met vakantie, maar ze zouden het doorgeven.
Geduldig als hij is, wachtte hij vier weken alvorens opnieuw te bellen om te vragen naar de status van de verwijsbrief. ‘Nou nee, meneer. Die heeft u niet nodig. U kunt gewoon bellen met het nieuwe ziekenhuis en dan komt alles in orde.’
Diep zuchtend legde hij uit dat hij dat heus al geprobeerd had, maar dat de zorgverzekeraar altijd een verwijsbrief nodig heeft, dus of ze alsjeblieft nogmaals aan de arts wou vragen of zij deze brief wilde gaan schrijven. Nou ja, dat zou ze doen.
Een week later was er nog steeds geen brief. Hij belde nogmaals. ‘Oh, wat vervelend meneer. Ik ga het doorgeven. Ze doet morgen haar administratie, dus dan moet het er zijn.’
U voelt hem al aankomen, deze was er niet. Ook niet de dag erna.
Op aandringen van ondergetekende kenau belde hij na twee dagen toch nog een keer met het ziekenhuis, of er al iets bekend was over de verwijsbrief.
‘Verwijsbrief? Nee, die is er niet. En die heeft u ook niet nodig hoor. U kunt gewoon bellen met het nieuwe ziekenhuis.’
Mijn lief legde, nogmaals, bijzonder geduldig uit dat hij echt, heus de brief wel nodig heeft en dat hij hier al vijf keer voor gebeld heeft en dat hij toch een tikje wanhopig aan het worden is. Nou, de dokter was met congres, maar ze zou het doorgeven.
Ondertussen belde hij ook de huisarts, maar die wou hier niet tussen gaan zitten. Mijn lief wachtte dus nogmaals geduldig de week af en belde daarna nog maar een keer.
‘Oh, dit is echt heel vervelend voor u. Ik ga hier voor u achteraan. De brief zal er over drie dagen moeten zijn.’ Na drie dagen, was er, zoals u waarschijnlijk al verwacht had, geen brief. Dus belde hij na vier dagen nogmaals en daar trof hij bovengenoemde strijdster. Zij kon in het systeem zien dat hij inderdaad al zesmaal eerder had gebeld en nog geen gehoor had getroffen. Zij zou zijn zaak op de spoedlijst van de arts zetten en er persoonlijk voor zorgen dat de brief er zou komen. En zo waar, ze belde ’s middags terug (!) en er was een brief (!). Nog een dag wachten en dan zou deze ook voor mijn lief zichtbaar zijn in het systeem. En zo kan hij, na slechts zeven weken wachten eindelijk op de wachtlijst van de volgende dokter. Hopelijk werkt daar ook zo’n strijd(st)er die kan zorgen voor een spoedig plekje.
Comments